In De Standaard stond vorige week een opiniestuk van onderzoekers van de AP Hogeschool. Daarin lazen we hoe heel wat leerlingen met een beperking volgend jaar niet (meer) welkom zullen zijn in een reguliere school. Ze moeten uitkijken naar een plekje in het buitengewoon onderwijs. Los van het feit dat het onwettig is om leerlingen te weigeren, vinden we dit bij Konekt een signaal dat het huidige onderwijssysteem niet werkt voor alle leerlingen. Er vallen leerlingen uit de boot, en wie een beperking heeft, valt als eerste. Exclusie is het resultaat. We roepen de overheid op om actie te ondernemen.
Mag een school een leerling met een beperking zomaar weigeren? Absoluut niet. Dit staat in de grondwet, in de antidiscriminatiewetten en in het onderwijsdecreet. Daarover is geen discussie: leerlingen met een beperking weigeren zonder gegronde reden is discriminatie ten voeten uit. Kinderen en jongeren met een beperking hebben net als iedereen het recht om onderwijs te volgen tussen alle andere leerlingen. Meer nog: onderzoek wijst uit dat onderwijs in een inclusieve groep een meerwaarde is voor alle leerlingen.
Leerlingen met een beperking weigeren is onwettig. Die uitsluiting vertelt ons iets over hoe we kijken naar mensen met een beperking.
Leerlingen met een beperking weigeren is onwettig. Die uitsluiting vertelt ons ook iets over hoe we kijken naar mensen met een beperking: een beperking staat gelijk aan ‘niet kunnen’, we zien altijd eerst de ‘defecten’. De focus ligt op problemen die hiermee gepaard gaan. Inclusief onderwijs wordt daardoor verengd tot omgaan met de problemen en lasten die leerlingen met een beperking met zich meebrengen.
Steeds meer leerlingen komen opnieuw terecht in het buitengewoon onderwijs. Wil dit zeggen dat er meer leerlingen met een ondersteuningsnood zijn die buitengewone omkadering vereisen? Of ligt de oorzaak dieper? De huidige ondersteuning is onvoldoende. Veel leerlingen, met én zonder beperking, vallen daardoor uit de boot. Het huidige onderwijssysteem faalt. Een groot aantal leerlingen vindt de weg niet meer en haakt noodgedwongen af. En toch kiest de overheid om deze exclusie te versterken. Minister Weyts maakt opnieuw extra budgetten vrij voor buitengewoon onderwijs. Het beleid kiest zo voor segregatie in plaats van inclusie.
Wanneer veel leerlingen nood hebben aan extra ondersteuning, dan kunnen we onmogelijk nog spreken over het wegwerken van defecten of afwijkingen op het gemiddelde. Dan is er gewoon nood aan verandering. Dan is het beter om ‘het verschil’ tussen leerlingen als uitgangspunt te nemen, in plaats van de ingebeelde gemiddelde leerling.
⇧ In het ESF-project 'Hotspots voor Talent' denken leerlingen, leerkrachten, directeurs, ouders, lokale bedrijven en organisaties samen over het onderwijs van de toekomst. In leerhubs - fysieke plekken, nieuwe systemen of types samenwerkingen - gaan ze fundamenteel anders aan de slag rond leren. Op die manier worden de spreekwoordelijke muren rond de school gesloopt en ontstaat er verbinding met de maatschappij.
“Alle leerlingen moeten hetzelfde kunnen. Een lat voor iedereen.” Deze denkwijze steunt op het idee dat er zoiets is als een gemiddelde ideale leerling, maar die bestaat niet. Elk kind en elke jongere is fundamenteel verschillend en vraagt dus ook om met een andere lat gemeten te worden. Onderwijs gaat in de eerste plaats over de groei van leerlingen. Als we vertrekken van de verscheidenheid aan leerlingen en hun talenten, is dat een rijkdom die de hele klas helpt groeien. Binnen het project Hotspots voor Talent (ESF en Konekt) organiseren we onderwijs vanuit een radicale differentiatie met individuele leerwegen als uitgangspunt. Dit werkt! Leerlingen nemen hier hun eigen gepersonaliseerde weg, ongeacht hun beperkingen, en vooral op basis van hun sterktes.
Inclusie is geen optie – het is een basisrecht.
Wanneer je vertrekt vanuit verscheidenheid als rijkdom, dan wordt inclusie vanzelfsprekend. Maar inclusie is geen optie – het is een basisrecht. En om dat recht te kunnen garanderen, heeft ons onderwijs de steun van het beleid nodig. Als we inclusie willen realiseren, moet er een verandering komen, die vraagt om financiële en procesmatige ondersteuning. We zijn blij dat minister Weyts extra wilt investeren in jongeren met een beperking, maar dat geld inzetten om nog meer exclusieve plaatsen te genereren in het buitengewoon onderwijs, is een absolute no-go. Het is tijd om resoluut te kiezen voor een inclusieve wereld.