Twee jaar geleden trok collega Kurt met een open brief de 'locomotief rond toegankelijk openbaar vervoer' op gang. Vandaag bolt de trein stilaan de goede richting uit. Toch liggen de sporen nog bezaaid met hindernissen. Tijd voor Kurts jaarlijkse update n.a.v. de Week van de Mobiliteit.
Het is weer de Week van de Mobiliteit, en hup: daar is Kurt weer met een open brief (dat hoorde ik je al hardop denken). Welja, deze week is het ideale moment om mobiliteit in de kijker te zetten, en daar hoort toegankelijkheid voor personen met een beperking ook bij, uiteraard. Ik hoor van veel mensen dat ze bewondering voor me hebben, maar dat ze toch het gevoel hebben dat ik de dingen wat ‘naïef’ bekijk. Dat ik zelfs tegen de bierkaai aan het vechten zou zijn? Wel, na twee open brieven (in 2019 en 2020) krijg ik nu écht het gevoel dat er iets aan het veranderen is.
Waar NMBS vroeger zei dat iedereen met assistentie de trein op moest kunnen, is hun nieuwe doel nu ‘autonoom reizen voor iedereen’. Op termijn willen ze dat iedereen, ook mensen zoals ik in een elektrische rolstoel, zomaar overal in België de trein kan nemen, zonder hulp. Dat kan tellen als mentaliteitsverandering! En laat net dat hetgeen zijn waar het mij om te doen is: een mentaliteitsverandering. Zó ‘naïef’ ben ik dan toch ook weer niet, maar vecht ik tegen een bierkaai? Zeg maar gerust een enorme bierkaai! Een kaai uit vele elementen, maar ik ga geen enkele uitdaging uit de weg.
Laat me ineens de grootste uitdaging benoemen: dat zijn jullie allemaal. Inderdaad, de maatschappij in haar geheel. Niemand zal het met zoveel woorden durven zeggen, maar in België (en helaas ook nog veel andere landen) heerst geen cultuur waarin iedereen echt meetelt. Ik hoor niemand zeggen dat ze personen met een beperking liever kwijt dan rijk zijn, maar als het op keuzes en prioriteiten aankomt, dan komt er steevast weinig uit de bus. En dat is niet alleen jammer: het is mensonwaardig. Veel personen met een beperking hebben geen andere optie dan het openbaar vervoer om zich te verplaatsen. Net voor hen is het zo belangrijk om te streven naar autonoom reizen.
Iedereen zal op een gegeven moment in zijn of haar leven wat minder mobiel zijn, en de NMBS geeft ook aan dat 30% van hun mogelijke klanten zogenaamd ‘mobiel beperkt’ is: personen met een beperking, maar ook ouderen, ouders met buggy’s, fietsers, reizigers, zakenmensen, ministers met veel bagage, mensen met hoge hakken... Is er nog iemand die zich hier niet in terugvindt? Al was het maar om het milieu- en mobiliteitsvraagstuk op te lossen lijkt me dat je deze 30% van je klanten best een deftige dienstverlening aanbiedt. Uitwijken naar de auto is voor veel personen met een beperking alvast geen optie. Anderzijds doet me dat denken aan het verhaal dat ik ooit hoorde van een 7-jarig jongetje: hij vroeg zijn papa waarom zijn vriendjes altijd met de trein naar zee gingen, terwijl zij steeds in de file gingen staan met een busje. “Dat is toch niet goed voor onze ecologische voetafdruk?”, vulde de jongen aan. De enige reden was dat papa in een rolstoel zat, en het uitermate moeilijk was om vlot en flexibel met de trein te reizen.
Ik merk dat stationsontwerpers bij de NMBS zeer goed de noden rond. toegankelijkheid kennen. Tijdens de uitwerking sneuvelen veel principes omdat onze politici er geen middelen voor vrijmaken.Kurt Vanhauwaert, Konekt-medewerker
Een ander moeilijk element is de mooie Belgische opdeling van ons spoorwezen in NMBS en Infrabel. Dat is een complex kluwen, maar kort gezegd: terwijl Infrabel alle infrastructuur onder haar hoede heeft en verantwoordelijk is voor de ruwbouw van perrons en toegangen, is NMBS verantwoordelijk voor de treinen, de reizigers en de afwerking van de perrons. En net als op vele vlakken is het ook bij toegankelijkheidsaanpassingen niet zo voor de hand liggend: in het ene station kiest men voor zwarte geleidelijnen, in andere stations voor witte,… De toegankelijkheidseisen in de beheersovereenkomst van de NMBS moeten overeenstemmen met de toegankelijkheidseisen bij Infrabel. Er is een gezamenlijke langetermijnvisie nodig met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een laatste groot element in mijn verhaal is de politiek. Dat er nog een lange weg af te leggen is om een inclusieve maatschappelijke cultuur te verkrijgen, dat is me intussen wel duidelijk.
En daarom kijk ik naar boven: naar onze verkozen politici die het voortouw moeten nemen. De plannen van de NMBS mogen nog zo ambitieus zijn, er mogen jaarlijks resoluties worden gestemd, … als er geen middelen komen om de mooie voornemens te realiseren kan ik misschien beter overvloedig bier gaan drinken op een mooie kaai in mijn thuisstad, in plaats van mijn energie te steken in deze bierkaai. Een voorbeeld: op dit moment sneuvelen er veel toegankelijke ingrepen omwille van budgettaire redenen. Ik merk tot mijn plezier dat stationsontwerpers bij de NMBS zeer goed de noden i.v.m. toegankelijkheid kennen. Maar in de uitwerking sneuvelen veel zaken en zelfs principes omdat er geen middelen zijn. Liften verdwijnen, ticketautomaten worden op looplijnen voor slechtzienden geplaatst… Ik ben realistisch: morgen kan er niet plots een berg geld liggen. Mijn vraag aan minister Gilkinet is deze: zoek het lef om verder te kijken dan één beleidsperiode en werk op die manier een groot en realistisch investeringsplan uit. Dat moet toch ‘juridisch’ mogelijk zijn via langetermijncontracten, beheersovereenkomsten en dergelijke meer?
Ondertussen ben ik verheugd dat de NMBS bewust inzet op co-design: Bij de ontwikkeling van de reservatieapplicatie voor personen met een beperking gaan ze samen met mensen met zeer diverse beperkingen op zoek naar wat de noden zijn. Zo zoeken ze samen naar de beste oplossingen. Als begeleider van dit proces merken we bij Konekt ook hoe moeilijk het is om één puzzelstukje aan te passen in zo’n groot en log bedrijf. Twee jaar na mijn eerste open brief kan ik nog steeds geen impulsieve uitstapjes maken. Na een vergadering die vroeger gedaan is dan verwacht moet ik nog steeds wachten omdat ik enkel de trein kan nemen die ik reserveerde. Wanneer gaat hier verbetering inkomen? Twee jaar geleden zei ik: 40 jaar. Intussen denk ik dat autonoom reizen voor iedereen over heel België voor binnen 35 jaar zal zijn.
Zet ook in op tussenoplossingen. Misschien sporen we binnen een paar jaar zonder reserveren van Gent naar Brussel, omdat de conducteur op een knop kan duwen en er een hellend vlak uit de trein komt. Of omdat ook treinbegeleiders oprijplaten mogen bedienen.Kurt Vanhauwaert
Ik ben dus lichtjes optimistisch. Maar ik ben nóg optimistischer als men ook inzet op tussenoplossingen. Misschien kunnen we wel binnen een paar jaar al zonder reserveren van bijvoorbeeld Gent naar Brussel sporen? Omdat de conducteur op een knop kan duwen waardoor er een hellend vlak uit de trein komt. Er zal ook tijdelijk meer personeel moeten ingezet worden, meer en meer stations zullen toegankelijk gemaakt worden, zoals onder meer Anderlecht en Drongen dat sinds kort zijn. Op dit moment kan ik helaas nog steeds de trein niet nemen in Anderlecht en Drongen. Want daar geldt: toegankelijk station: ja. Toegankelijke trein: nee. En dus blijft ondersteunend personeel nodig, en dat is er niet. Een mogelijke tussenoplossing: men zou de treinbegeleiders meer bevoegdheden kunnen geven zodat ook zij de oprijplaten mogen bedienen.
Ik heb begrip voor mensen die denken dat toegankelijk openbaar vervoer nooit hoog genoeg op de prioriteitenlijst zal komen. Maar hoe onrealistisch het ook klinkt: als Elon Musk en ik het zouden willen, dan ga ik naar de maan! Daarom: stel dat we 50 jaar geleden al hadden gekozen voor autonoom openbaar vervoer, dan waren we nu de beste leerling van Europa. Laten we de fout die we 50 jaar lang maakten niet opnieuw maken. Terugreizen in de tijd en de geschiedenis aanpassen: dat kan Musk (nog) niet, dus zit er maar één ding op. We moeten nu de ernst van de zaak inzien en vandaag alles op alles zetten om autonoom reizen in de realiteit te brengen. Alle tijd die we nu nog verliezen maakt het alleen maar moeilijker. En ten slotte: het gaat hier niet enkel over die ‘kleine’ groep mensen met een zware mobiele beperking die op dit moment een deelname aan de maatschappij ontnomen wordt. Nee, het gaat eigenlijk over een schending van de rechten van de mens, en het zal niet lukken om dit te blijven verantwoorden.
Lees alle eerdere artikels van Konekt versus NMBS op www.konekt.be/blog/openbaar-vervoer