Op 24 februari was Konekt te gast in de commissie mobiliteit van het federaal parlement. Daar ging het over de toegankelijkheid van de NMBS voor personen met een beperking. Collega's Kurt en Wouter trokken naar Brussel en vertelden onderstaand verhaal aan de commissieleden. Onderaan deze pagina kan je ook de opnames van onze interventies bekijken.
Ik ben Kurt Vanhauwaert en wil deze materie een gezicht geven, één van de vele duizenden gezichten achter de cijfers.
Ik ben 50. Mijn hobby’s zijn competitie-schaken, toneel spelen, skiën, en ik heb een groot sociaal netwerk waar ik ook veel tijd bij doorbreng. Ondanks mijn beperking, die ik heb van bij de geboorte, heb ik een mooi leven. Ook dankzij mijn groot netwerk. Het is míjn beperking: ik heb ermee leren leven en dat lukt mij goed. Maar waar ik het veel moeilijker mee heb zijn de handicaps die de maatschappij mij bezorgt: de fysieke ontoegankelijkheid van horeca en dergelijke, bekeken worden als een puur zorgobject (zeker in tijden van corona), geen betalende job kunnen uitoefenen en zo kan ik nog heel lang doorgaan.
Ik vecht deze ongelijkheid aan! Daarom ben ik ook medewerker van Konekt. Wij geven onder meer vormingen aan mensen met een beperking en hun netwerk en we zetten de maatschappij in beweging. Onze baseline is: Leef voluit in een inclusieve wereld. Daar gaan we volop voor. De maatschappij moet stappen vooruitzetten naar volledige inclusie. En daar gaan terecht veel middelen naartoe. Mensen met een beperking gaan steeds meer rollen opnemen in de maatschappij: zus, werknemer, werkgever, klant, professioneel danser, noem maar op. Vanzelfsprekende rollen voor velen, maar niet voor mensen met een beperking.
Inclusie is een ketting. Als één schakel niet goed werkt, kan je een snelle weg naar een inclusievere maatschappij vergeten. Die ene schakel zorgt er mee voor dat grote inspanningen in de andere schakels teniet worden gedaan. Mobiliteit is zo'n belangrijke schakel.
Eén van de vele rollen die ik opneem is nonkel. Mijn neef, Thibau is een voetballer. Heel af en toe kan ik als grappige nonkel naar een match gaan kijken. Maar hier is mobiliteit mijn grote handicap. Moest ik kunnen af- en opstappen in station Hansbeke zou ik mijn rol als nonkel “echt” kunnen opnemen.
Dit voorbeeld geeft aan dat inclusie een ketting is. Als één schakel niet goed is kan je een snelle weg naar een inclusievere maatschappij vergeten. Die ene schakel zorgt er mee voor dat grote inspanningen in de andere schakels teniet worden gedaan.
Een heel belangrijke schakel is mobiliteit. Ik kan niet zomaar mijn auto nemen uit de garage, dus ben ik op het openbaar vervoer aangewezen. Toegankelijk openbaar vervoer, daarin lopen we ver achter ten opzichte van andere landen. Zo was ik in Londen en vroeg ik hoe ik de trein op kon geraken. Even had ik de indruk dat de stationschef mij aan het uitlachen was, en dan zei hij: “rijd er gewoon op!”. Moest dit hier kunnen, dan zou mijn leven er helemaal anders uitzien. Ik zou meer naar de voetbal van Thibau kunnen, ik zou naar zee gaan wanneer ik daar zin in heb, ik zou niet meer in grote problemen komen als een vergadering uitloopt (daarom zijn we vandaag ook niet met de trein), één kapotte lift zou niet zorgen dat mijn dag op dat moment stopt, ik zou misschien zelfs ergens anders wonen, enzovoort... Wacht, hebben jullie geen last van deze problemen? Is deze ongelijkheid door een beperking nog wel van deze tijd?
Ik ben realist: ik weet ook wel dat ik morgen niet alleen de trein op zal kunnen. We zitten hier in een zeer moeilijke situatie: verkeerde keuzes en prioriteiten in het verleden, een dicht spoornetwerk, enz... Maar ik zag de voorbije 30 jaar een opeenvolging van vingerwijzen tussen NMBS en de politiek, een gebrek een geloof dat er een oplossing mogelijk is en een gebrek van het zien van de noodzaak in maatschappelijke vooruitgang. Dit moet stoppen!
Laten we beginnen met geleidelijk aan te evolueren naar een betere situatie. Toen ik dit kaartje zag vrees ik hiervoor. Jullie zien hier dat 58 stations toegankelijk zijn, onder andere doordat recent de perrons op 76 cm zijn gebracht en er omgevingswerken zijn uitgevoerd. Maar doordat er geen mobiele oprijplaten op de perrons worden voorzien en door gebrek aan personeel (onder meer bij B4You) kan ik in deze 58 stations niet de trein op of af. Terwijl ze dus perfect toegankelijk zijn! Daar gaat de geleidelijke verbetering.
Aanpassingen aan stations, zoals bijvoorbeeld de verhoogde perrons, hebben maar nut als de rest van de ketting ook meewerkt. Zonder autonoom toegankelijke treinstellen of de nodige assistentie met personeel en oprijplaten blijft een station gewoonweg ontoegankelijk, en dat vind ik een absurde situatie. Een quick win zou kunnen zijn om de treinbegeleiders de mogelijkheid te geven om bij de Desiro-treinstellen zelf de oprijplaat te leggen. Ik hoop dat ze dit ook gaan kunnen en mogen bij de nieuwe versie van de M7-stellen.
Een ander voorbeeld van een absurde situatie is de volgende: Soms moet je met je rolwagen de sporen oversteken om op het juiste perron te geraken. Maar als jouw trein al vroeger in het station staat, dan moet je wachten tot die trein, waar je voor gereserveerd hebt, vertrokken is vooraleer je de sporen over mag. Door de reservatie is deze situatie volledig te voorzien, en toch gebeurt dit regelmatig. Nog zo’n absurde maatregel is de toeslag van 7 euro als je een ticket op de trein koopt. Ik kan onmogelijk een ticket kopen aan een automaat, maar toch is de conducteur verplicht om mij deze toeslag aan te rekenen. Ik begrijp niet dat deze ongelijkheid morgen niet kan weggewerkt zijn.
Maar ik merk een keerpunt: voor het eerst is in België benoemd dat autonoom reizen voor iedereen het einddoel is. Iedereen, NMBS, politiek en de maatschappij, zal volledig mee moeten gaan in dit verhaal. Anders wordt het een dode mus. Eindelijk is er geloof bij NMBS dat wij ook kunnen wat andere landen al decennialang realiseren. Als er nu ook binnen de politiek een overtuiging is om voluit te gaan voor een inclusieve maatschappij, dan zullen we er geraken. In Nederland werd die keuze al gemaakt: daar wil men tegen 2025 maar liefst 99% van de stations integraal toegankelijk maken. Ik hoop dat we in België ook zulke straffe doelstellingen op papier kunnen zetten, want met de plannen die nu op tafel liggen zal het nog 40 jaar duren vooraleer een rolwagengebruiker autonoom over heel België gaat kunnen reizen. Waarschijnlijk ga ik moeten passen, want tegen dan ben ik al 90. Mijn neefje speelt tegen dan al in de seniorenploeg.
Het doel moet zijn om de termijn fel in te korten door geleidelijk naar een betere situatie te gaan. Zo kan misschien binnen de 20 jaar 80% van de stations autonoom te bereiken zijn. We moeten op korte termijn die absurde situaties wegwerken en tegelijk naar tussentijdse oplossingen zoeken.
Dit was een deel van mijn verhaal, maar ik ben helemaal niet alleen. Ik ben een doorzetter, terwijl veel mensen met een beperking het hebben opgegeven om de trein te nemen. Zo ken ik iemand die gestopt is met zijn universitaire studies omdat er te veel misliep bij het dagelijks pendelen. Anderen komen daardoor veel minder buiten, en zo ontzeg je veel mensen een kans op een beter, inclusiever leven. En het gaat hier niet alleen om mensen met een beperking, maar ook over ouderen, ouders met kinderen, mensen met een tijdelijke beperking, mensen met en fiets en/of bagage, … Het moge duidelijk zijn dat aanpassingen aan het openbaar vervoer ten behoeve van personen met een beperking ook ten goede komen van andere groepen, en eigenlijk kan de hele maatschappij er wel bij varen.
Dit toont een grote ongelijkheid aan voor een grote groep, vaak de zwakkeren in de maatschappij. Als we hier ooit iets willen aandoen - en dat is volgens mij geen keuze - moet nu door iedereen het momentum genomen worden. Ik hoop echt dat jullie hier 100% voor gaan.
Op het vlak van mobiliteit zijn er zijn veel keuzes gemaakt die in de maatschappij bepaalde groepen helemaal niet ten goede komen. Er is nu het draagvlak om hierop door te gaan en een aantal van die keuzes recht te trekken. Daarom wil ik u vragen om in te stemmen met de resoluties die vandaag voorliggen en daarmee voluit de kaart te trekken van een inclusieve dienstverlening.