Onderwijs

‘Buitengewone scholen leiden tot levenslange segregatie’

Nog meer scholen voor buitengewoon onderwijs bouwen, zoals de Vlaamse meerderheid lijkt te willen, is geen goed idee, zegt Koen Deweer, CEO van Konekt. ‘Jongeren met een beperking willen niet nog meer hokjes.’

Eenzame jongen

Dit artikel verscheen op 7 oktober 2021 in De Standaard | Auteur: Veerle Beel

Koen Deweer, CEO van Konekt, roeit al langer tegen de stroom in. Zijn organisatie ondersteunt jongeren en jongvolwassenen met een beperking die uitstromen uit het buitengewoon onderwijs. Doel: hen voluit laten leven in een inclusieve samenleving. Van hen hoort hij vaak dat ze spijt hebben dat ze in een apart onderwijscircuit zijn ­geplaatst. Deweer: ‘Ze hebben er zeer goede zorg gekregen, met de focus op hun ­beperking. Maar hun talenten en sterktes worden op die scholen minder gezien. Een van hen zei letterlijk: “Mijn grootste handicap zijn de lage verwachtingen die aan mij werden gesteld.” Er worden hen bovendien veel kansen ontnomen om verbinding te maken met mensen zonder beperking.’

Veel ouders willen hun kind naar het buitengewoon onderwijs sturen, en er zijn plaatsen te weinig.

‘Ik erken heel erg de nood van ouders die geen plek voor hun kind vinden, en ook van de kinderen die ’s morgens heel vroeg moeten opstaan omdat hun school alleen te bereiken is via een lange busrit. Ik heb zelf zo’n buurjongen, die ’s morgens veel vroeger moet vertrekken dan ik. Het gevolg daarvan is ook dat hij bij ons in de buurt weinig vrienden heeft.’

‘Uiteraard is er in de scholen voor buitengewoon onderwijs (buo) goede zorg aanwezig, die je in gewone scholen niet kunt krijgen. Ouders die hun kind met een beperking toch naar het gewoon onderwijs sturen, moeten zelf veel inspanningen ­leveren en tegen veel vooroordelen opboksen. De inclusieve weg is de moeilijkste weg. Dat is de wereld op zijn kop.’

Het M-decreet, dat tot meer inclusie zou leiden, is ‘mislukt’.

‘Waarom stellen we niet meer de vraag hoe dat komt, en wat we uit die mislukking kunnen leren? We zijn gewoontedieren die graag vasthouden aan hoe alles georganiseerd is. We lieten de kinderen met een ­beperking instromen, maar we veranderden verder niets aan het gewoon onderwijs. De vraag is niet welk van de twee systemen het beste is. Geen van beide voldoet aan de reële noden en behoeften. We komen nergens met wat gesleutel aan de bestaande systemen. We hebben nood aan iets nieuws.’

Nu nog investeren in meer buitengewoon onderwijs is een keuze voor het verleden.
Koen Deweer, CEO Konekt
Koen landscape

Hoe moet dat nieuwe model eruitzien?

‘Beide types onderwijs hebben hun troeven. Het buo heeft er veel: er is zorg, ondersteuning, gespecialiseerde kennis en de kinderen maken deel uit van kleine klassen. De troef van het gewoon onderwijs is dan weer dat het een afspiegeling is van de maatschappij. Bedenk: wie naar het buo gaat, groeit gedurende twaalf jaar, of zelfs langer nog, in een aparte wereld op, en die segregatie zet zich in het latere leven voort. Er zijn heel weinig mensen met een beperking die werken, en als ze het doen, is het ook vaak in het aparte circuit van de maatwerkbedrijven.’

Beschrijf uw ideale school dan eens.

‘We moeten de middelen die nu naar deze georganiseerde segregatie gaan, samenbrengen en scholen maken die de sterktes van beide types in zich verenigen. Dat zijn scholen waar voldoende individuele ondersteuning is, voor iedereen, ook voor jongeren zonder beperking. Uit onze ervaring hebben we geleerd dat dit het best werkt vanuit de combinatie van groepsgerichte en individuele trajecten. Dan zie je de sterktes en het zelfvertrouwen van de jongeren groeien en wordt het al dan niet hebben van een beperking minder relevant.’

Onderwijsspecialisten vinden juist dat leerlingen meer uitgedaagd moeten worden. Dat de lat hoger moet.

‘Het een sluit het ander niet uit. Ik hoor ook veel mensen zonder beperking zeggen dat ze zich in het gewoon onderwijs niet volledig hebben kunnen ontplooien, omdat het niet echt aansloot bij hun talenten en behoeften. We moeten af van het hokjesdenken en inzetten op de talenten van iedereen. Je mag ook niet onderschatten hoeveel potentieel er zit in medeleerlingen, die elkaar helpen en van elkaar leren.’

Uw ideaal is nog ver weg. Hoe kunnen we dit realiseren?

‘Als we grondig willen hervormen, is een gedeelde langetermijnvisie nodig en disruptieve verandering. Ik zie dat positief, er is meer en meer aandacht voor inclusie en als overheid kun je onmogelijk blijven inzetten op uitsluiting en afzondering. Dat zou een keuze voor het verleden zijn. De oude systemen waren goedbedoeld, maar dragen niet bij tot de diverse en inclusieve samenleving waar we naartoe groeien.’

Het onderwijs van de toekomst

Geïnteresseerd in onze visie op onderwijsvernieuwing? Benieuwd naar hoe talentgericht onderwijs ook inclusie ten goede komt? Lees dan zeker meer over ons project Hotspots voor Talent, waar we in opdracht van ESF op zoek gaan naar hoe leren er in de toekomst uit kan zien.

Hotspots voor talent
ESF_Hotspots_Bob
Geplaatst op do 7 oktober '21