THIEA staat voor 'Trojan Horses In Ecosystems of Appreciation. Scaling new approaches to learn-work transitions for youth with special support needs'. Dit Europese project richt zich op het versterken van jongvolwassenen in hun overgang van school naar werk. Maar niet alleen zij groeien, ook hun netwerk, onderwijs- en zorgpartners, en werkplaatsen leren en ontwikkelen mee. We doen dit samen met Campus Woudhuis en Hogeschool Utrecht.
In veel EU-landen, waaronder België en Nederland, groeit de aandacht voor het verbeteren van de toegang tot de arbeidsmarkt voor jongeren met een specifieke ondersteuningsnood. Ondanks beleidsinspanningen blijft de kloof in werkgelegenheid voor mensen met een handicap groot. Vooral de overgang van school naar werk is vaak een uitdaging.
Om mensen met een handicap de kans te geven hun vaardigheden te ontwikkelen in een reguliere werkomgeving, is een vernieuwde kijk op de waarde en talenten van deze jongeren nodig. Daarom worden binnen dit project twee innovatieve zorg-werk-leerprogramma’s opgeschaald, met behulp van actieonderzoek.
Met dit project creëren we een duurzame en inclusieve leer- en werkomgeving. Jongeren met een ondersteuningsnood kunnen zich optimaal ontwikkelen en vinden hun plek in de maatschappij. Met dit project is het doel om 'Trojaanse paarden' op te leiden. Dat zijn pioniers die binnen hun organisatie inclusieve werkmethodes introduceren en zo duurzame verandering brengen.
In Vlaanderen zetten we in op duurzame leerecosystemen vanuit onze eigen good practices: Brake-Out, Cobegeleider in de kleuterklas en procesbegeleiding. Samen met onze partners CVO Miras, CVO Groeipunt, Fiola en Viro willen we de replicatie van deze methodiek onderzoeken en leren hoe we onze aanpak kunnen opschalen.
Om de stap van school naar werk te zetten, komen jongeren in dit project terecht in een transitie-arena. Een transitie-arena is een context en leeromgeving waarin jongeren leren, groeien en ondersteund worden tijdens hun traject naar duurzame tewerkstelling. Elke jongere komt binnen dit traject terecht in de praktijk van een organisatie. Binnen die leeromgeving telt niet alleen het individuele begeleidingstraject, maar ook het bredere systeem: betrokken medewerkers, het ondersteuningsmodel, de invulling van coaching en begeleiding, én het omringende netwerk van de organisatie. Dat netwerk omvat bijvoorbeeld collega's, partnerorganisaties, toeleiders en leerwerkplekken.
Elke partnerorganisatie werkt met dezelfde uitgangspunten, maar krijgt de ruimte om de transitie-arena af te stemmen op de eigen werking. Dit maakt het project bijzonder waardevol. Iedere arena is in feite een living lab waarin geëxperimenteerd wordt met begeleidingsvormen, coachingstrajecten en samenwerking binnen het netwerk.