Vorige week kregen we bij Konekt een bedrukte mail van Esther, een trouwe deelnemer van onze activiteiten. Esther woont in een voorziening en voelt na zes maanden coronacrisis hoe haar identiteit daar steeds meer vervaagt. “Met alle eenzijdige richtlijnen voor personen met een beperking lijkt het alsof je geen eigen persoonlijkheid meer hebt.”
“Ik woon heel graag waar ik nu woon. Iedereen in de voorziening doet zijn best om alle coronarichtlijnen te volgen. Maar mijn voorziening is in een kramp geschoten. Het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) legt ons bijvoorbeeld bezoekregels op die vergelijkbaar zijn met die van een woonzorgcentrum. Elke keer als ik naar huis ga – gelukkig mag dat – moet ik een papier ondertekenen waarin ik verklaar in mijn bubbel te zijn gebleven. Hoe stereotiep om personen met een beperking extra papieren mee te geven!"
Elke keer als ik naar huis ga, moet ik een papier ondertekenen waarin ik verklaar in mijn bubbel te zijn gebleven. Hoe stereotiep!Esther
"Natuurlijk vraagt een beperking soms meer aandacht en moet iedereen voorzichtig zijn. Wil dat ook zeggen dat men je automatisch anders moet behandelen? Niet elke persoon met een beperking is even kwetsbaar of heeft hetzelfde karakter. Beter zou men per persoon aftoetsen of hij/zij bekwaam is om met corona-richtlijnen om te gaan. De huidige richtlijnen beschouwen personen met een beperking als één grote pot nat. Als mensen zonder eigen karakter, talent en persoonlijkheid. De regels voor ons zijn ALTIJD anders. Tegelijk wil het VAPH ons laten meedraaien en deelnemen aan de maatschappij. Hoe kan dat?"
Gelijkaardige verhalen hoorden we bij Karen (22) en Seppe (30), twee deelnemers van ons leerprogramma Brake-Out. Ook zij vinden de coronarichtlijnen van het VAPH aan de strenge kant. Seppe bracht tijdens de lockdown drie maanden door in een woonproject met tien andere jongeren en een zorgkoppel. Tachtig dagen zag hij zijn ouders niet. “We hadden twee keuzes. Je kon kiezen tussen drie maanden in het tehuis of naar huis gaan.” Ook Karen moest haar familie missen. Drie maanden verbleef ze onafgebroken in haar leefgroep voor mensen met autisme. “We mochten niet naar huis en kregen maar eens per week een uurtje bezoek.”
Konekt zag veel voorzieningen in maart 2020 in overlevingsmodus gaan. Het corona-virus moest koste wat het kost buiten gehouden worden. Alleen loopt die kostprijs serieus op, zoals Esther duidelijk maakt. Mensen zien hun identiteit en persoonlijkheid letterlijk verdwijnen. Iedereen moest even zijn of haar persoonlijkheid aan de kant zetten voor het hogere doel. Maar nu zijn we zes maanden verder….
De beperkte vrijheid van wie in een voorziening woonde, werd sinds maart nóg beperkter. Als ‘zorgobject’ achtte men je opeens verantwoordelijk voor de gezondheid van honderden mensen. Esther heeft gelukkig het vermogen om het nut van verschillende maatregelen in vraag te stellen. Veel van haar medebewoners hebben dat vermogen niet. Zij ondergaan gewoon dat ze geen bezoek mogen ontvangen ‘omdat corona buiten gehouden moet worden’. Als je dan toch dingen in vraag durft stellen, behandelt men je vaak als ‘moeilijke klant die het systeem in gevaar brengt’.
Gelukkig werken er veel gemotiveerde mensen in de sector die ver gaan voor hun bewoners. Maar hoe ver kunnen en mogen ze opboksen tegen het systeem?