Vandaag begint de week van de mobiliteit. De voorbije jaren maakte collega Kurt Vanhauwaert daar gebruik van om via open brieven te spreken over zijn ervaringen met de NMBS. Dit jaar geeft hij de microfoon door aan Sarah Willems en Baptist Brouwers, rolstoelgebruikers die een eitje te pellen hebben met De Lijn.
Baptist (30) kan omwille van zijn fysieke beperking niet met de auto rijden. ‘Ik ben dus altijd afhankelijk van iemand die me kan brengen, of van het openbaar vervoer. Maar als rolstoelgebruiker is dat zeker niet altijd toegankelijk.' Het begint al met de halte. Negen op de tien bushaltes zijn namelijk niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers. De bussen zelf zijn dat steeds meer, al is dat volgens Baptist nog niet altijd het geval. 'Oudere bussen van De Lijn zijn vaak niet aangepast: omdat er een paal in het midden van de deuropening staat, kan je er in je rolwagen niet langs. Ik heb het geluk dat ik kan rechtstaan en mijn rolstoel even kan opplooien om die op de bus te krijgen. Maar dat duurde blijkbaar eens te lang voor de chauffeur, dus hij is gewoon zonder mij vertrokken. Sindsdien ga ik steeds rechtstaan voor de bus komt. Want als je in een rolstoel zit, rijdt die je soms gewoon voorbij.’
Dat heeft ook Sarah (31) al meermaals ondervonden. ‘Ik woon al zes jaar alleen, en ik ben er heel trots op dat ik zo zelfstandig mogelijk ben. Zo ga ik al jaren met de bus naar mijn werk, maar soms weigerden chauffeurs om me mee te nemen, waardoor ik vaak veel te laat kwam.’ Dat klaagde Sarah eerder al aan in de krant, waarna ze mocht samenzitten met stad Gent en De Lijn om het probleem te bespreken. ‘Sindsdien zit er steeds een vriendelijke chauffeur op mijn vaste route, die me wel wilt helpen. En als ik ergens anders naartoe moet, vraag ik meestal een assistent van Focus Plus om mee te gaan, dan kan die mij op de bus helpen. Maar soms wil je gewoon spontaan ergens naartoe en heb je geen tijd om te reserveren. Dan is het hopen dat de halte toegankelijk is en dat de buschauffeur vriendelijk is, of dat er andere passagiers zijn die je willen helpen.’
Ook de tram nemen, is soms een hele opgave. 'De haltes zijn vaak niet aangepast’, zegt Sarah. ‘Je moet eens proberen op- en af te stappen aan ’t Gravensteen, dat is zo moeilijk. En weet je wat De Lijn daarop zegt? “Een kilometer verder is een toegankelijke halte.” Maar een kilometer is ver als je met een rolwagen moet rijden of moeilijk te been bent. Het excuus is vaak dat de haltes aanpassen te veel geld kost en dat de doelgroep te klein is. Maar dat is een verkeerd beeld. Er zijn veel mensen met een rolstoel die het hebben opgegeven en een taxi nemen of gewoon thuis blijven. Als het openbaar vervoer toegankelijker zou worden, zouden er ook meer mensen gebruik van maken. En een aangepast perron is niet alleen goed voor ons, maar ook voor mensen met buggy’s, met kleine kindjes, voor mensen die niet goed te been zijn, mensen met rollators, ouderen… Dat is toch geen kleine doelgroep?’
Veel rolstoelgebruikers hebben het opgegeven om met het openbaar vervoer te reizen. Je moet mentaal heel sterk zijn om telkens iets negatief mee te maken en de dag nadien toch te zeggen: ik probeer het opnieuw.Sarah Willems
Zowel Sarah als Baptist geven aan dat veel mensen in een rolwagen het openbaar vervoer vermijden. ‘Je moet mentaal heel sterk zijn om telkens iets negatief mee te maken en de dag nadien toch te zeggen: ik probeer het opnieuw. Als je vaak met je gezicht tegen de muur loopt, is het soms minder pijnlijk om het op te geven dan om te blijven proberen. Gelukkig ben ik heel koppig’, lacht Sarah. ‘De dag dat ik opgeef, is de dag dat ik in mijn put kruip.'
Maar hoe hard ze ook doorzetten, de invloed op hun leven valt niet te ontkennen. Als het zo moeilijk is om je in de wereld te verplaatsen, wordt je wereld kleiner. ‘Ik heb er speciaal voor gekozen om mijn werk zo dicht mogelijk bij huis te doen’, zegt Baptist, ‘zodat ik de bus niet meer moet nemen. En ook voor mijn liefdesleven is het een hindernis. Een tijdje geleden deed ik mee aan Cupido Ofzo, een programma op vtm waar ze mensen met een beperking aan elkaar koppelen. Ik werd gekoppeld aan Amelie, een superleuk meisje waar ik écht een klik mee had. Maar zij woonde in Olen, ik in Gent, en geen van ons kon met de auto rijden. Dus ging ik met het openbaar vervoer: bus, trein, nog een bus… Alles bij elkaar was ik 3 uur onderweg. We konden ook nooit spontaan samen iets gaan doen, omdat je een trein als rolstoelgebruiker ook een dag op voorhand moet reserveren. Dat zijn geen goede omstandigheden voor een relatie, dus we hebben moeten toegeven dat het gewoon niet haalbaar was. Mensen zonder beperking beseffen vaak niet wat een opgave het is om als rolstoelgebruiker met het openbaar vervoer te reizen, tot ze het zelf eens zien.’
Ze benadrukken allebei dat ze ook positieve ervaringen hebben. Er zijn ook veel vriendelijke chauffeurs die met een glimlach de oprijdplaat uitklappen of extra moeite doen om hen zo dicht mogelijk bij hun bestemming af te zetten. 'Mijn dag is geslaagd als ik een vriendelijke buschaffeur heb', zegt Sarah. Ook medepassagiers zijn vaak vriendelijk en bereid om te helpen. Maar dat is ook niet het grote probleem. Het probleem is dat je in eerste instantie al afhangt van de goodwill van anderen.
'Als ik de juiste richtlijnen geef, duurt het nog geen minuut om me de bus op te helpen. En toch zijn er soms chauffeurs die dat niet willen doen. Als de haltes, bussen en trams allemaal toegankelijk waren, hoefde ik niet af te hangen van andere mensen. Dan zou het niet uitmaken of de chauffeur een goed humeur heeft die dag. Dan zou mijn wereld weer een stukje groter worden.'