Heel wat jongeren met een ondersteuningsnood zullen per 1 juli zorgcontinuïteit krijgen. Ze maakten al gebruik van het VAPH-minderjarigen-aanbod en stappen eens ze 21 jaar worden naadloos over in het systeem van meerderjarigen. Alleen: bij de overgang naar het volwassen leven zijn hun noden helemaal niet meer dezelfde. Ze willen extra stappen zetten waarop ze hun verdere leven kunnen voortbouwen.
Met het einde van het schooljaar valt een belangrijke poot weg in de ondersteuning van de jongeren: het onderwijs. Net op het moment dat nieuwe behoeften ontstaan, eigen aan de overgang naar het volwassen leven. Denk maar eens terug aan die kapitale overgangsjaren uit jouw eigen leven, waarin je heel intensief kon studeren, je eerste stappen zette naar een professioneel leven, waar je liefdesrelaties begon en zelfstandig ging wonen. Willen jongvolwassenen echte zorgcontinuïteit voor zichzelf voorzien, dan hebben ze meer nodig dan enkel een bedrag om hetzelfde type zorg als voorheen in te kopen. Hun zorgnood is namelijk niet meer dezelfde.
Erbij horen is een fundamentele behoefte van iedereen én een voorwaarde om een stevige zorgcontinuïteit op te bouwen. Een eigen identiteit ontwikkelen, hangt vaak samen met bij een groep horen. Ook jongvolwassenen met een ondersteuningsnood willen een netwerk om hun vrije tijd, werk en zorg mee te delen. Ze zoeken een duidelijk overzicht van bestaande hulpbronnen in de zorg en werkplaatsen waar ze mogelijk aan de slag zouden kunnen. Daarnaast willen ze een informeel netwerk van vrienden en supporters opbouwen om op terug te vallen en verbinding mee te maken.
Om ergens bij te horen en waarde aan die groep toe te voegen, is het belangrijk om zicht te hebben op je talenten. Via talenten vindt iemand zijn plaatsje en is hij/zij complementair aan andere personen met een gemeenschappelijke interesse. Veel mensen hebben de kans om tijdens hogere studies te investeren in hun talenten. Voor jongvolwassenen die van financiële zorgcontinuïteit genieten, ontbreekt deze stap vaak. Nochtans is studeren een belangrijke stap om eigenwaarde te ontwikkelen en verbinding te maken met de veeleisende samenleving waarin we vandaag leven. Naast talent heeft iedereen een pakket aan 21st century-skills en competenties nodig om zijn plaats op te eisen. Denk bijvoorbeeld aan duidelijk communiceren, je mobiliteit optimaliseren of je weg vinden in de digitale wereld.
Jongeren die financiële zorgcontinuïteit krijgen of daar nood aan hebben, plaatsen zich in een afhankelijke positie. Maar bij de overgang naar het volwassen leven willen ze vaak net loskomen van ouders en de personen van wie ze afhankelijk zijn. Onafhankelijk worden kan ook door een andere rol van betekenis in te nemen: als werknemer, zelfstandige of vrijwilliger in de vrije tijd. Toch krijgen personen met een ondersteuningsnood vaak niet de kans om te zoeken naar hun rol in de maatschappij. Jammer, want dromen najagen en verwezenlijken zorgt voor belangrijke levensmijlpalen.
Het is een realiteit dat mensen hun zorg steeds moeilijker kunnen betalen. Een persoonsvolgend budget aanvragen kost veel tijd en mensen die genieten van zorgcontinuïteit moeten voortdurend afwegingen maken. Waar willen ze hun budget of middelen van rechtstreekst toegankelijke hulp (RTH) echt voor inzetten? Het is het belangrijk om te weten waar je aan toe bent, wat allemaal mogelijk is en waar je op wil inzetten in je eigen leven. Zo kunnen mensen zelf bewuste keuzes maken rond de zorg op verschillende levensdomeinen.
Willen jongeren met een ondersteuningsnood – zoals een verstandelijke beperking of autisme – voluit leven in een inclusieve maatschappij, dan is er meer nodig dan enkel financiële zorgcontinuïteit. Door uit een zekere comfortzone te komen, dagen ze zichzelf uit en doen ze nieuwe ervaringen op doen. Met Brake-Out nemen we jongeren mee in een driejarig traject, waarin we investeren in alle bovenstaande uitdagingen.