Kurt Vanhauwaert, een Gentenaar met een doorzettingsvermogen dat grenzen doorbreekt, combineert activisme met persoonlijke uitdagingen. Hij is spastisch door zuurstofgebrek bij de geboorte en zit in een elektrische rolstoel. Zijn verhaal illustreert hoe hij zichzelf en anderen motiveert om een inclusievere samenleving te creëren.
Voor het eerst in mijn leven doe ik een betaalde job. Dat voelt vreemd en geweldig tegelijkKurt, accountmanager bij Konekt vzw
Voor Kurt begon alles met vrijwilligerswerk bij een voorganger van Konekt. Zo richtte hij mee Platform-K op, ondertussen uitgegroeid tot een internationaal dansgezelschap met mensen met een beperking, en leerde hij bedrijven begeleiden in het toegankelijk maken van hun werkplek. Maar de vraag bleef terugkomen: “Werk jij zelf betalend?” Lange tijd was het antwoord nee, niet uit onvermogen, maar door bureaucratische obstakels en vooroordelen.
In 2021 maakte hij de stap naar een betaalde job als accountmanager bij Konekt. “Voor het eerst in mijn leven doe ik een betaalde job. Dat voelt vreemd en geweldig tegelijkertijd”, zegt Kurt. “Ik begeleid bedrijven en organisaties van bij de eerste vraag over hoe ze inclusiever kunnen werken, tot ze effectief inclusief zijn. Of toch zo inclusief mogelijk, want 100% inclusief ben je nooit. We doen dat door middel van onderdompelsessies, cocreatie,… In die job zet ik talenten in zoals mijn doorzettingsvermogen, mijn kunst om dingen te relativeren en mijn talent voor taal.”
Hoewel Kurt zijn werk gebruikt om verandering te brengen, benadrukt hij dat activisme niet constant kan zijn. “Ik wil ook gewoon eens gaan eten zonder te denken: ‘kan ik binnen?’ of ‘kan ik naar het toilet?’” Een voorbeeld hiervan was een vakantie in Amsterdam. Ondanks een vooraf gereserveerde aangepaste kamer, bleek bij aankomst dat deze niet beschikbaar was. “Ik was daar niet om te strijden, toch moest het.” Zulke ervaringen maken duidelijk hoe ontoegankelijkheid mensen met een beperking dagelijks confronteert met extra uitdagingen.
De levenskwaliteit van iemand met een beperking hangt ook sterk af van het netwerk. Over kinderen wordt vaak gezegd “it takes a village to raise a child” (je hebt een groot netwerk nodig om een kind te kunnen opvoeden) maar hij denkt dat hetzelfde geldt voor iemand met een beperking. “Ik heb echt mijn netwerk nodig om dit te kunnen doen”, zegt Kurt. Daar is hij heel dankbaar voor. Hij heeft leren omgaan met zijn beperking en oplossingen gevonden om deze te omzeilen. “Daarmee leven is niet zo moeilijk, maar waar ik mij echt aan erger: als ik buitenkom, krijg ik beperkingen cadeau van de maatschappij. Daar valt veel minder gemakkelijk mee te leven.” Bijvoorbeeld, hij moet reserveren als hij de trein wil nemen. Zijn beperking bepaalt wat hij en zijn vrienden eten. Zijn beperking bepaalt niet of hij zijn hobby kan uitoefenen – competitie schaken – maar de toegankelijkheid van de schaakclubs en vervoer ernaartoe bepalen dat wel. En zo kan hij nog lang verdergaan… Om dat te kunnen opvangen heeft hij een groot netwerk nodig en dat klopt helemaal niet.
Met een beperking leven is niet zo moeilijk, maar waar ik mij echt aan erger; als ik buitenkom, krijg ik beperkingen cadeau van de maatschappij. Daar valt veel minder gemakkelijk mee te leven.Kurt, Accountmanager bij Konekt vzw
Kurt heeft ook de mensen op de zeven andere portretten geïnterviewd. Op die manier heeft hij zeven toffe mensen leren kennen die interessante dingen te vertellen hebben. “Het was naar aanleiding van de Internationale Dag van Personen met een Handicap. Natuurlijk ging het ook over de beperking, maar we zijn veel meer dan onze beperking. Jammer genoeg wordt dit te weinig gezien.”
Tijdens de interviews merkte Kurt een hardnekkig maatschappelijk stereotype op. “Mensen met een beperking worden ofwel als helden gezien, of als sukkelaars.” Die beperkte kijk op handicap frustreert hem. Toen hij in 2021 genomineerd werd voor een Gentse samenlevingsprijs, twijfelde hij of dit kwam door zijn inzet of zijn beperking. “Ik wist het echt niet”, zegt hij. Toch besloot hij, aangespoord door vrienden en collega’s, de prijs te aanvaarden.
Gent investeert veel in toegankelijkheid, maar Kurt ziet weinig verandering. De kern van het probleem ligt volgens hem in een mentaliteitskwestie. “Zolang een cafébaas denkt: ‘mijn buurcafé is ook niet toegankelijk’, verandert er niets. Eigenlijk zegt een handelszaak die niet toegankelijk is dat ik niet welkom ben.” Kurts oproep aan Gentenaars is helder: “Wees bewust. Kijk eens rond of iedereen in een handelszaak of gebouw welkom is (en binnen kan). Je moet er nog niets mee doen, alleen al die bewustwording is een grote stap in de goede richting.”
Kurts verhaal is niet alleen een getuigenis van doorzettingsvermogen, maar ook een oproep voor inclusie en bewustwording. Zijn werk bij Konekt en zijn persoonlijke strijd laten zien dat een inclusieve samenleving niet alleen gaat om fysieke aanpassingen, maar vooral om een fundamentele verandering in hoe we naar elkaar kijken.
Met de kracht van zijn woorden en daden bouwt Kurt aan een toekomst waarin toegankelijkheid de norm wordt, en iedereen zich welkom voelt – niet als helden, maar als mensen.
Dit project is een samenwerking tussen Konekt vzw, de Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap en Stad Gent.